top of page
6fc343784e50cb36484c07004fd46099_edited.jpg

Sensei Nakayama

Meester Masatoshi Nakayama werd in 1913 geboren in Yamaguchi, Japan. Hij heerste bijna 40 jaar als hoofdinstructeur over de JKA karate. Hij kwam louter toevallig in contact met karate. Zijn vader was net als zijn grootvader een vurig kendobeoefenaar. Naotoshi Nakayama was militair geneesheer en werd naar Taiwan gestuurd. Hij nam zijn familie mee, zobracht de jonge Masatoshi zijn kinderjaren door in een chinese omgeving. Toen hij 19 was ging hij naar de Takushoku-universiteit.

Het volgende vertelde hij over zijn ontmoeting met meester Funakoshi: "In 1939 ben ik aan de Takushoku-universiteit van Tokyo taal en geschiedenis van China gaan studeren. Ik dacht kendo te blijven doen, maar toen ik naar de dôjô ging om met te laten inschrijven, zag ik een groep jongens die vreemde bewegingen aan het oefenen waren. Het leek een dans, maar het was er geen, de bewegingen waren allemaal vrij ernstig. Een van de "sempaï" zei me dat ik me van uur vergist had en dat dit een karateles was, maar ik mocht blijven volgen en als het me wat zei moest ik enkel naar de volgende les komen.

Dan kwam er een oude man de dôjô binnen. Hij lachte gul naar de leerlingen, maar je voelde meteen dat hij hun meester was." Het was de eerste keer dat ik Funakoshi sensei zag. Dan nam ik een beslissing en ging de groep in. Ik dacht dat ik het niet moeilijk zou hebben met de bewegingen te leren dankzij mijn ervaring met kendo.
Maar vanaf de eerste les begreep ik dat het niet zo eenvoudig was. Ik was zo dol op karate dat ik kendo totaal vergat. Ik heb uiteindelijk nooit geweten hoelaat de kendoka's trainden."

Heel zijn leven zal meester Nakayama een vurig bewonderaar an KIHON en KATA zijn.
Hij werd getekend door zde jaren die hij samen met meester Funakoshi oefende en vooral he tonvermoeibare Kihon-werk dat hij moest doorstaan. Elke dag moest je een kata doen en die 50 tot 60 keer herhalen, hij gebruikte ook veel MAKIWARA's


Funakoshi was bijzonder solide met "empi" (elleboog) en soms sloeg hij de makiwara op die manier wel 1000keer. Hij was zeer strikt en bezat een ijzeren dicipline, toch was hij een zachte man met veel begrip voor zijn leerlingen.
Meester Funakoshi kende slechts kihon en kata. Niks anders! Zeker geen vrije aanval.
Zoals Nakayma sensei vertelt: "Wij wilden allen onder een andere vorm aanvallen , maar Funakoshi was tegen het gevecht. Wij hebben zo aangedrogen dat hij beetje bij beetje, geformaliseerd vechten (ippon en gohon-kumite) begon toe te laten." Het heeft verschillende jaren geduurd voor dat dit volledig doordrong, in zijn opvatting van karate lag de nadruk niet op het gevecht.


Zo bleef hij 5 jaar in contact met de meester. Dan vertrok hij naar Peking. Sensei Nakayama verbleef 11 jaar in China. Na de nederlaag van Japan in 1945 keerde hij terug naar Tokyo om zijn karatepraktijk te hervatten met meester Funakoshi. In 1949 stichte hij de JKA met oudleerlingen van de meester. Hij zal er de ziel en hoofdanimator zijn tot zijn dood.

De oefenschool van de meesters

In 1949 verenigen zich de universitaire karateclubs en de talrijke onafhankelijke dojo's. Ze vormen de Nippon Karate Kyokai- de Japanse Karate Associatie. Op het moment dat vechten met blote handen van zich liet spreken buiten Japan, nam de JKA de zaak in handen en stuurde zijn beste karateka's de wijde wereld in. Zij moesten de Shotokan bekend maken, de beoefenaars aanmoedigen hun eigen organisaties te vormen en met de tijd, de nationale JKA omvormen tot een internationale.

De beste experts

De beste lesgevers werden gestuurd. Dankzij de kwaliteit van hun lessen, is de JKA vandaag ingeplant in talrijke landen van de wereld. De uitstekende organisatie droeg veel bij tot de expansie van de JKA.
Sensei's zoals Nakayama verlieten Japan met een zeer hoog technisch niveau, maar ook met de capaciteit hun kennis aan anderen door te geven. Wenige krijgshaftige organisaties maken dit vitaal onderscheid tussen weten uit te voeren en te onderwijzen, tussen meesterschap en pedagogisch gevoel. Vanaf het begin onderrichten de speciale JKA-les deze 2 aspecten. In de "Honbu" (hoofddojo' ontwikkelde zich deze speciale formatie.

Sterker, vlugger

De speciale les voor de toekomstige sensei heeft elke dag plaats. Hun training is privaat en geïsoleerd van de openbare dojo. Ze moeten sterker, vlugger en taaier zijn dan de anderen. Men verwacht van hen meer nauwkeurigheid op alle gebieden. Hun lesgevers zijn niet mak want zij moeten later hun school en hun land vertegenwoordigen in de wereld. Later zullen ze dojo's moeten openen en de volgende generatie van beoefenaars vormen. Elke schakel van de doorgeefketting moet perfect zijn als karate zijn integriteit wil behouden. Enkele buitenlandse karateka's hebben aan deze les kunnen deelnemen. Sommigen keerden nooit naar de dôjô terug. Anderen besloten dat gewone lessen (de ganse dag, telkens met een andere lesgever) ruim voldeden. Nochtans kregen enkelen een schok, knarsten de tanden en deden verder. Allen zonder uitzondering, waren het eens om te zeggen dat de les hun vorm veel had bijgebracht. Het is niet genoeg om een techniek perfect uit te voeren, je moet deze ook kunnen uitleggen. Wie dat niet kan is niet klaar om les te geven. De instructeurs ontdekken ook fouten in het karakter van de leerlingen. Ze zijn misschien te agressief of net te zwak qua discipline. wat het gebrek ook is, de lesgevers en de ouderen zullen alles doen om het te corrigeren. Als het ze niet lukt, krijgt de karateka nooit zijn onderwijslicentie van de JKA. De kata's nemen een belangrijke plaats in. De beoefenaars oefenen met individuele bewegingen, hangen ze aan elkaar, assimileren de toepassing van de verschillende technieken en herdoen dan het ganse proces omgekeerd om het zelf te leren onderwijzen.

Nakayama: Welkom
bottom of page